Diagnostisch criterium

Bij onverklaarbare klachten van duizeligheid, orthostatische intolerantie (moeite met lang staan), het gevoel flauw te vallen of effectief flauwvallen, aanhoudende vermoeidheid zonder aanwijsbare oorzaak, enzovoort, zou de aanwezigheid van POTS moeten worden geëvalueerd. Dit is relatief eenvoudig gezien het eenduidig diagnostisch criterium.

Het diagnostisch criterium voor POTS bestaat uit 2 delen:

Binnen de 10 minuten na het veranderen van een liggende in een staande positie detecteert men
- een abnormale stijging van de hartslag van 30 slagen per minuut of meer (40 voor personen onder 20 jaar),
   of een aanhoudende hartslag van 120 slagen per minuut of meer.
- een maximale daling van de bloeddruk van 20/10 mmHg.


Bij een grotere daling van de bloeddruk wordt gewoonlijk gesproken van orthostatische hypotensie. Of POTS kan voorkomen in combinatie met orthostatische hypotensie (dus bij een hogere bloeddrukdaling dan in het criterium is aangegeven) is enigszins controversieel. Recente wetenschappelijke ontwikkelingen duiden op gelijkaardige mechanismen voor beide aandoeningen. Volgens sommige onderzoekers is het onderscheid dan ook eerder triviaal. De symptomen en behandeling van beide aandoeningen zijn dan ook zeer gelijklopend.

Het vaststellen van de diagnose verloopt gewoonlijk in 2 stappen.

Doe het zelf: Arme-mensen-kanteltest

De arme-mensen-kanteltest kan door de patiënt zelf uitgevoerd worden, of door de huisarts. De test wordt uitgevoerd in 3 stappen:
1. Ga op de rug liggen op een tafel. Wacht 5 minuten. Blijf gedurende die 5 minuten stil liggen en doe niets dat de hartslag zou kunnen beïnvloeden. Meet dan de hartslag en indien mogelijk ook de bloeddruk. De hartslag kan gemeten worden met een hartslagmeter, een smartphone met hartritmesensor of een horloge en de vinger op de pols of nek.
2. Ga rechtstaan. Wacht 2 minuten en meet dan opnieuw hartslag en bloeddruk.
3. Herhaal het meten van hartslag en bloeddruk om de 2 minuten, gedurende 10 minuten.

Als deze metingen voldoen aan het diagnostisch criterium, raadpleeg dan een specialist voor een officiële diagnose met een kanteltafel.

De kanteltafeltest

Een kanteltafel is een soort medische behandeltafel waarop de patiënt mits riemen en gespen kan worden vastgemaakt en vervolgens onder een vastgelegde hoek rechtop gekanteld. Doordat de patiënt tijdens het kantelen zelf, en tijdens het rechtop gekanteld blijven niet kan compenseren voor het effect van de zwaartekracht door het bewegen van de beenspieren, krijgt men een meer gecontroleerde meting dan de arme-mensen-kanteltest.
De basismetingen van de kanteltafeltest zijn dezelfde als de arme-mensen-kanteltest. De hartslag wordt gewoonlijk continu gemeten via elektrocardiografie. De bloeddruk wordt om de paar minuten gemeten via een band rond de arm, of op continue wijze via een intra-arteriële drukmeter in een katheder. Vaak worden tijdens de kanteltest extra metingen gedaan, zoals de verhouding van bloedgassen, de concentratie van catecholamines zoals adrenaline, noradrenaline en dopamine in het bloed, en indien mogelijk zelfs craniale doorbloeding. Al deze metingen dienen om de diagnose te versterken of alternatieve diagnoses uit te sluiten.
Pagina laatst gewijzigd op 31/10/2017